-
1 kost
1 [meervoud] [wat betaald moet worden] cost, expense ⇒ 〈 investeringen〉 outlay, charge 〈 voor diensten〉2 [levensonderhoud] living♦voorbeelden:kosten van levensonderhoud • cost of livingop haar eigen kosten • at her own expensede kosten bestrijden • meet the costsdit brengt veel kosten met zich mee • this involves considerable costs/expensede kosten dekken • cover the costsde kosten delen met iemand • share (the) expenses with someonede kosten dragen • bear the expensesveel kosten maken • go to great expensekosten maken • incur expenseskosten noch moeite sparen • spare no trouble or expensede kosten eruit hebben • have recovered one's expensesmet weinig kosten • at little expenseiemand op kosten jagen • put someone to expense(s)op kosten van • at the expense ofop kosten van zijn moeder leven • live off one's motherzonder kosten • free of charge2 de kost verdienen (als/door) • make/earn a living (as/out of/by -ing)zelf de kost verdienen • provide for oneselfwat doe jij voor de kost? • what do you do for a living?ik zou ze niet graag de kost willen geven, die … • there are more than you think who …bij iemand in de kost zijn • board with someonein de kost gaan bij • lodge/board withlichte/zware kost • light/heavy foodslappe kost • slopsgeestig zijn ten koste van iemand anders • be witty at someone else's expense -
2 iemand op kosten jagen
iemand op kosten jagen————————iemand op kosten jagenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand op kosten jagen
-
3 kap
2 [capuchon; ook van monnikspij] hood3 [bedekking] hood 〈 auto, kinderwagen〉; 〈 motorkap van auto〉 bonnet, Ahood; coping 〈 van muur〉; gauntlet 〈 van handschoen〉♦voorbeelden:de kap van een huis • roof timbersde kap van een molen • the cap of a windmilleen auto met open kap • an open-topped carmet openschuivende kap • with a sliding roofeen auto met vaste/opvouwbare kap • a car with a fixed/folding rooftwee (huizen) onder één kap • two semi-detached houses; 〈 met betrekking tot tot één huis〉 a semi-detached house -
4 op iemands kap
op iemands kap -
5 portemonnee
♦voorbeelden: -
6 van iemands portemonnee leven
van iemands portemonnee levenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > van iemands portemonnee leven
-
7 last
4 [beschuldiging] charge5 [scheepslading] cargo6 [natuurkunde] weight♦voorbeelden:2 op hoge lasten zitten • be under great expense, be faced with high costs/overheadssociale lasten • BNational Insurance contributions, Asocial security premiumstot last/ten laste van • at the expense of3 iemand last bezorgen • inconvenience/bother/trouble someonedaar kan je last mee krijgen • you could get into trouble over thatten laste van de gemeenschap komen • be(come) a public chargeiemand tot last zijn • bother someoneik heb last van mijn maag • my stomach is giving me trouble/is bothering mewij hebben veel last van onze buren • our neighbours are a great nuisance to ushij heeft vaak last van migraine • he often suffers from migraineheb je er last van als ik rook? • will it bother you if I smoke?ik heb er geen last van • it doesn't bother me4 iemand iets ten laste leggen • charge someone with something, accuse someone of something5 last innemen/lichten • load, unload -
8 rekening
2 [staat met debet- en creditzijde] account4 [+ voor] [op kosten/ter verantwoording van de genoemde] expense♦voorbeelden:te betalen rekeningen • accounts payableeen rekening betalen/voldoen • pay/settle an account/a billte innen rekeningen • accounts receivableober, mag ik de rekening? • waiter, may I have the bill please?een lopende rekening • current accounteen rekening openen (bij een bank) • open an account (at a bank)iemand iets in rekening brengen • charge something to someone, charge someone for somethingop rekening kopen • buy on accountop rekening van • at the expense ofgeld op een rekening hebben/storten • have money in/pay money into an accountdat is voor mijn rekening • I'll get the bill; 〈 figuurlijk〉 I'll take care of that, leave that to mekosten voor zijn rekening nemen • pay the costs, take care of the costs4 voor eigen rekening • at one's own expense, out of one's own pocket; 〈 handel〉 for (their) own accountdat is geheel voor rekening van de schrijver • that is (entirely) the author's viewde VS nemen 35 % van het wereldverbruik van vlees voor hun rekening • the U.S. accounts for 35 % of the world's meat consumptionje moet een beetje rekening houden met je ouders • you should show some consideration for your parentsrekening rijden • pay-as-you-drive〈 figuurlijk〉 een oude rekening vereffenen • pay off an old grudge, settle an old score -
9 uitpakken
-
10 tegemoet
1 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:zijn ondergang tegemoet gaan • be heading for disastereen drukke tijd tegemoet gaan • be in for a busy timebetere tijden tegemoet gaan • enter upon better timeseen tijd van grote onzekerheid tegemoet gaan • have a period of great insecurity ahead of oneiemand tegemoet gaan/komen/lopen • (go to) meet someone, go/come/walk towards someone〈 figuurlijk〉 bereid zijn in de kosten tegemoet te komen • be prepared to bear part of the cost(s)/expensezijn kinderen kwamen hem al tegemoet • he was met by his childreniets tegemoet zien • await/face something, look forward to something〈 figuurlijk〉 iets met bezorgdheid tegemoet zien • await something with apprehension/misgivings -
11 cent
1 [muntstuk] cent2 [kleine waarde] 〈 informeel〉 penny, farthing, sou♦voorbeelden:iemand tot op de laatste cent betalen • pay someone to the fulldeze sigaar kost tachtig cent • this cigar costs eighty cents2 hij heeft/bezit geen rooie cent • he hasn't got two half pennies to rub together, he hasn't got a penny to his namehij deugt voor geen cent • he is a bad lotik geef geen cent meer voor zijn leven • I wouldn't give a penny for his lifedat kan mij geen cent schelen • I couldn't care lessik ben er geen cent wijzer van geworden • I was none the wiser for itik vertrouw hem voor geen cent • I don't trust him an inchbulken van de centen • roll in moneyhij is erg op de centen • he's very careful with his moneyniet op een cent kijken • be generous, spare no expensezonder een cent zitten • be penniless -
12 flink uitpakken voor iemands verjaardag
flink uitpakken voor iemands verjaardagVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > flink uitpakken voor iemands verjaardag
-
13 geestig zijn ten koste van iemand anders
geestig zijn ten koste van iemand andersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geestig zijn ten koste van iemand anders
-
14 gemeenschap
1 [het gemeenschappelijk hebben] community2 [geslachtsgemeenschap] intercourse3 [met betrekking tot personen, instellingen] community4 [samenleving] community♦voorbeelden:in gemeenschap • jointly, communally2 gemeenschap met iemand hebben • have intercourse/relations with someonede Europese Economische Gemeenschap • the European Economic Community -
15 jagen
3 [nalopen] chase♦voorbeelden:prijzen omhoog/omlaag jagen • drive prices up/downuiteen jagen • scatterzich een kogel door het hoofd jagen • put a bullet through one's headdie wet werd door de Tweede Kamer gejaagd • the law was rushed through parliamentiemand op kosten jagen • put someone to (great) expensevan school jagen • expel from schoolvoor zich uit jagen • drive before one2 [rusteloos streven] pursue3 [snel gaan] race♦voorbeelden:1 op patrijs jagen • hunt partridge, go (out) partridge-shootingop effect jagen • be after effectsde wolken joegen voorbij • the clouds scudded past -
16 mooi weer spelen met andermans geld
mooi weer spelen met andermans geldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mooi weer spelen met andermans geld
-
17 verrijken
♦voorbeelden:zich verrijken ten koste van een ander • get rich at the expense of someone elsehet mengsel met zuurstof verrijken • add oxygen to the mixture -
18 weer
weer1I 〈 het〉1 [gesteldheid van de atmosfeer] weather2 [aantasting] weathering♦voorbeelden:tegen weer en wind beschut • protected from the elementsblootgesteld aan weer en wind • exposed to every kind of weather〈 figuurlijk〉 zijn gezicht staat op slecht weer • he's in a bad mood(, stay out of his way)er wordt zonnig weer verwacht • sun is expectedhet weer is omgeslagen • the weather has turnedhet weer wordt weer beter • it's clearing up againik ga niet uit met dit/zulk weer • I'm not going out in this/such weatherhet is geen weer • it's nasty weatherweer of geen weer • whatever the weather, come rain or shineII 〈de〉1 [weerstand] resistance♦voorbeelden:vroeg in de weer zijn • be up and at it early————————weer2〈 bijwoord〉1 [opnieuw] again2 [terug] back♦voorbeelden:er is weer water • the water is back onde kinderen zijn weer bezig • the children are at it againmorgen komt er weer een dag • tomorrow is another dayhet komt wel weer goed • it will all turn out all rightnu ik weer • now it's my turndie tijd komt nooit weer • those days are gone foreverwat moest hij nu weer? • what did he want now?wat nu weer? • now what?dat hebben we dan ook weer gehad • so much for that2 heen en weer gaan/reizen • go/travel back and forthheen en weer lopen • pace up and downover en weer • back and forth¶ hoe heette hij ook weer? • what was his name again?zo moeilijk is het nou ook weer niet • it's not all that hard -
19 zich verrijken ten koste van een ander
zich verrijken ten koste van een anderVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich verrijken ten koste van een ander
См. также в других словарях:
at someone's expense — 1) used for saying who pays for something We were supposed to provide safety equipment at our own expense. 2) if someone has a joke or enjoys themselves at your expense, they enjoy laughing at you My family and friends all had a good laugh at my… … English dictionary
at someone's expense — … Useful english dictionary
expense — [[t]ɪkspe̱ns[/t]] ♦♦♦ expenses 1) N VAR Expense is the money that something costs you or that you need to spend in order to do something. He s bought a specially big TV at vast expense so that everyone can see properly... To avoid extra expense… … English dictionary
expense — ex|pense W2S3 [ıkˈspens] n 1.) [U and C] the amount of money that you spend on something legal/medical/living/travel etc expenses (=the money that you spend for a particular purpose) ▪ He borrowed £150,000 and used the money for legal expenses.… … Dictionary of contemporary English
expense — ex|pense [ ık spens ] noun *** 1. ) count an amount of money you spend in order to buy or do something: Rent is our biggest expense. You can claim part of your telephone bill as a business expense. traveling/medical/legal expenses a factory s… … Usage of the words and phrases in modern English
expense — I UK [ɪkˈspens] / US noun Word forms expense : singular expense plural expenses *** 1) [countable] UK [ɪkˈspens] / US an amount of money that you spend in order to buy or do something Rent is our biggest expense. You can claim part of your… … English dictionary
expense — /Ik spens/ noun (C, U) 1 the amount of money that you have to spend on something: household/medical/living etc expenses (=the money that you spend for a particular purpose): The students share all the household expenses. | go to great expense… … Longman dictionary of contemporary English
expense — ex‧pense [ɪkˈspens] noun 1. [countable, uncountable] ACCOUNTING an amount of money that a business or organization has to spend on something: • Most advertisers look upon advertising as an expense and not an investment, which is a mistake. • The… … Financial and business terms
expense — 01. Whenever we go skiing, we try to go in a group, so we can share [expenses] such as transportation, accommodation and food. 02. Some couples count all their [expenses] to make sure that each person pays his portion. 03. Our household… … Grammatical examples in English
expense*/*/ — [ɪkˈspens] noun 1) [C] an amount of money that you spend in order to buy or do something travelling/medical/legal expenses[/ex] Rent is our biggest expense.[/ex] 2) [U] the high cost of something A powerful computer is worth the expense if you… … Dictionary for writing and speaking English
expense account — noun an account to which salespersons or executives can charge travel and entertainment expenses (Freq. 1) • Syn: ↑travel and entertainment account • Hypernyms: ↑account, ↑accounting, ↑account statement * * * noun, pl ⋯ accounts [count] … Useful english dictionary